Afwerkingsgraden van haardwanden
Bijna 10 jaar geleden verscheen TV 233 (uitgave WTCB – Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf). Deze technische voorlichting beschrijft de uitvoeringstechnieken van lichte binnenwanden. Onlosmakkelijk zijn ook haardomkastingen te beschouwen als lichte binnenwanden. Voor de professionele haardenplaatser zijn hierin nuttige tips te vinden, die u en uw klanten een duidelijker beeld kunnen geven op de opleveringswijze van het haardmeubel.
Door duidelijk te vermelden op de prijsofferte naar de eindklant of je nu net schilderklaar of enkel een technische omkasting plaatst (met basisvoegwerken), vermijd je eindeloze discussie achteraf. Het WTCB schept dankzij TV233 een technisch en juridisch kader die jullie een duidelijk onderscheid toont van de opleveringsmethodes. Zij worden onderverdeeld in categorieën F1 (basis afwerking) - F2a (standaard opvoeging) – F2b (standaard opvoeging + pelliculaire laag over gehele oppervlak) - F3 (schilderklaar voor glanzende en speciale afwerkingen).
F1 – minimale opvoeging
|
- De opvulling van de voegen tussen de platen met een voor dit gebruik bestemde pleister
- De aanwezigheid van groeven en bramen is toegelaten.
- Het opvoegen van de bevestigingspunten is niet noodzakelijk.
|
De afwerkingsgraad F1volstaat indien het oppervlak achteraf bedekt moet worden met platen, panelen of een betegeling.
|
F2a – standaard opvoeging |
- De uitvoering van een minimale opvoeging, zoals beschreven in F1
- Het navoegen over een voldoende breedte met behulp van een geschikt product
- Het opvoegen van de bevestigingspunten met dezelfde producten.
- Er mogen niet te veel onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, …) zichtbaar blijven die niet makkelijk gecorrigeerd kunnen worden door de schilder of de plaatser van de afwerking in het kader van normale voorbereidingswerken.
|
De afwerkingsgraad F2 kan overwogen worden voor:
- grof- of halfgrofgestructureerde muurbekledingen (bv. behangpapier met grove vezel)
- matte afwerkingsverven
- fijngestructureerde bekledingengestructureerde bepleisteringen (indien de pleisterfabrikant het gebruik ervan toelaat op een dergelijke ondergrond) en stucwerken
- satijnverven
|
F2b – schrapen |
- de uitvoering van een standaardopvoeging, zoals beschreven in F2a
- een door schrapen aangebrachte volvlakkige bedekking met de afwerkplamuur die gebruikt werd voor het navoegen. De plamuur wordt zo dun aangebracht dat men er na deze bewerking de ondergrond doorheen kan zien.
- Er mogen niet te veel onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, …) zichtbaar blijven die niet makkelijk gecorrigeerd kunnen worden door de schilder of de plaatser van de afwerking in het kader van normale voorbereidingswerken.
|
(bron: WTCB – TV233)
OPMERKING: indien er geen specifieke afwerkingsgraad op de offerte wordt vermeld, kan de klant altijd afwerkingsgraad F2a eisen!